Hunebed D27, D28 en D29 bij Borger
Je vind hunebed D28 en D29 bij de Buinerstraat in Borger
(Zie OpenStreetMap.org)
en hunebed D27 bij de Hunebedstraat in Borger
(Zie OpenStreetMap.org)
Hunebed D28 werd in 1927 onderzocht door de archeoloog Van Giffen en later in 1985 nogmaals door de archeoloog J.N. Lanting.
Van Giffen vond naast aardewerk en vuursteen ook twee van koperdraad gedraaide kralen; de oudste metalen voorwerpen van Nederland!
Waarschijnlijk komt het koper ergens uit Midden- of Zuidoost Europa. De vuurstenen bijlen zouden o.a. uit Noord-Duitsland en
Helgoland kunnen komen.
Uit het onderzoek van de Groningse archeoloog Lanting bleek dat de dekheuvel van hunebed D28 in één keer was opgeworpen.
Hunebed D29 is praktisch even groot als hunebed D28, beidden zijn 7,5 meter lang en ruim 3 meter breedt.
Opvallend is de platte deksteen in de vorm van een hart van hunebed D29, die deels van de steunstenen is gegleden.
Mogelijk hebben de twee dekstenen van hunebed D29 één geheel gevormd en is de steen gesplitst waarna
de twee delen als deksteen gebruikt werden. Helaas is hunebed D29 nooit wetenschappelijk onderzocht zoals men dat
wel bij hunebed D28 gedaan heeft, dus we weten daarom niets van wat er in het hunebed gelegen kan hebben.
Rond deze hunebedden zijn veel zwerfstenen en wellicht ook hunebedden verdwenen; verloren gegaan vanwege de steenwinning
in de periode van 1880 - 1890, waar men soms wel 10.000 kilo stenen per hectare weghaalde voor allerlei bouwprojecten in het verleden.
(Bronnen:
Clerinx Blz.222,
v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.94 en 179,
Gommer Blz.76-77,
v.d.Sanden Blz.60-61,
Westmaas Blz.76,
Hunebedden.nl: D28 & D29,
Hunebeddeninfo.nl: D28 & D29,
Mainzerbeobachter.com
en Wikipedia: D28 &
D29).
Hunebed D27 - Het grootste hunebed van Nederland
Al in 1685 werd dit hunebed onderzocht waarover in 1686 gepubliceerd werd door Titia Brongersma.
Uit de gevonden botresten concludeerde men in 1686 dat hier gewone mensen, en geen reuzen begraven lagen.
Pierre van Eijl (Blz.24) negeert deze menselijke botresten en beweert dat hier nooit menselijke botresten gevonden zijn,
wat dus onjuist is. Niet alleen bij hunebed D27 zijn menselijke botresten gevonden, maar ook bij andere hunebedden heeft men
menselijke bot- en crematie resten gevonden uit de tijd van de hunebedbouwers.
In 1835 beschrijft R. Westerhof dat er een steenkring van kleinere stenen rondom hunebed D27 lag,
doch de archeoloog van Giffen kon daar tijdens zijn onderzoek in 1938 niets meer van terugvinden. Met
een lengte van ruim 22 meter en breedte van ruim 4 meter is hunebed D27 het grootste hunebed van Nederland.
Het hunebed heeft in de loop der eeuwen het een en ander te lijden gehad en werd in 1937 en in 1992
gerestaureerd. In 2010 heeft men de ondergrond en inhoud van het hunebed met grondradar onderzocht,
maar hier kwam helaas weinig bruikbare nieuwe informatie uit naar voren.
(Bronnen:
Boivin Blz.32-37,
v.Eijl Blz.24-33,
Clerinx Blz.221-222,
v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.71,121,128,144-145,178,
Gommer Blz.73-75,
Klok Blz.102-105,
v.d.Sanden Blz.58-59,
Westmaas Blz.74,
Hunebedden.nl D27,
Hunebeddeninfo.nl D27,
& Wikipedia D27).
Krachtplaats
Wigholt Vleer situeert een krachtcentrum in het midden van hunebed D27 en Cois Geysen beschrijft dat hij
bij dit hunebed een verhoogde radioactieve achtergrondstraling gemeten had; 159 becquerel. De achtergrondstraling
ligt volgens Geysen in Nederland gemiddeld zo tussen de 35 en 50 becquerel. De achtergrondstraling van 159 Bq bij het
hunebed lijkt hoog, doch dat valt erg mee; in het menselijk lichaam is deze normaal gesproken 120 Bq per kilogram!
(Zie:
Achtergrondstraling,
Geysen Blz.138,
Vleer Blz.111).
Woensdag 11 mei 2022 ben ik met Murel, een goede vriendin, naar Borger geweest om de hunebedden
te bezoeken. Op het moment dat wij bij hunebed D27 aankwamen liepen er net wat mensen weg zodat we het hunebed helemaal voor onszelf hadden.
We maakte van de gelegenheid gebruik om foto's te maken (zonder mensen erop). Het hunebed maakte een geweldige indruk, zodat we ook erg
benieuwd waren naar wat de wichelroede zou doen. Deze gaf bij mij duidelijk het krachtcentrum in het midden van het hunebed aan,
bij het zijportaal het sterkts maar ook aan de andere tegenoverliggende zijde. Tevens kregen zowel ik als Murel
een reactie van de wichelroede in het verlengde van beidde kopse kanten.
Vervolgens zijn we naar hunebed D28 en D29 gegaan, die ongeveer een kilometer verderop liggen.
Hier waren een paar mensen gezellig op het grafmonument gaan zitten op de stenen met zeldzame korstmossen.
Nadat Murel ze hierop gewezen had stonden ze gelukkig weer op.
Hunebed D28, die het dichts bij de weg lag, had een prettige energie. Onze wichelroedes reageerden hier alleen op de kopse kanten.
De energie van hubebed 29 leek ons zwakker, de wichelroede's reageerden hier minder sterk, ook bij beidde kopse kanten het meest.
We kregen geen reactie bij de zijportalen. Deze hunebedden lagen in een klein bebost deel tussen de weilanden, een mooie plek
om even te gaan zitten voor een meditatie.